Excel functie: ALS – de basis

Home » Excel functie: ALS – de basis

De functie ALS in Excel is één van de meest gebruikte én meest logische functies die wij tot onze beschikking hebben.
ALS kunnen we gebruiken in simpele vergelijkingen (als dit, dan dat) maar ook verweven in meer complexe formules.
Deze functie beschouw ik als één van de fundamentele formules in Excel, hierop kunnen veel verdere formules worden opgebouwd.

In dit stuk wil ik simpel en eenvoudig uitleggen wat de functie in de basis inhoudt en betekend.

Hoe werkt de functie ALS?

Het gebruik van de ALS functie wordt er gekeken of er aan een voorwaarde is voldaan.
Er kunnen dus ten alle tijde slechts 2 resultaten mogelijk zijn: Iets is WAAR, of iets is ONWAAR
Aan beide van deze resultaten zit een vervolgactie aan gebonden.

Een voorbeeld:

Wat zien wij hier?
=ALS(A1=1;”Dit klopt”;”Dit klopt niet”)
Logische-test: A1=1
Als de waarde in cel A1 gelijk (=) is aan de waarde 1, dan is deze uitdrukking WAAR
Waarde-als-waar: “Dit klopt”
Als de uitdrukking bij de logische test WAAR is, willen dat de tekst ‘Dit klopt’ wordt weergegeven
Waarde-als-onwaar: “Dit klopt niet”
Als de uitdrukking bij de logische test ONWAAR is, willen we dat de tekst ‘Dit klopt niet’ wordt weergegeven.

Op het moment dat er waar 1 in cel A1 staat, krijgen we het volgende resultaat:

Zodra we iets anders in vullen, zullen we zien dat de waarde in cel B2 (waar de formule in staat) gaat verspringen:


Door deze basis in zijn eenvoud te begrijpen gaan er vele deuren open als wij logische vergelijkingen willen zien.
We kunnen namelijk veel meer dan alleen een simpele tekst terug laten komen; we kunnen namelijk ook andere formules verwerken in de WAAR of ONWAAR resultaten. Dit noemen wij dan ‘geneste formules’

In de volgende onderwerpen die snel gaan komen ga ik dieper in op de ALS functie en welke mogelijkheden deze functie nog met zijn meebrengt.